Vanmorgen werden we al om 9 uur opgehaald door onze
chauffeur van vandaag, dus dat was even opschieten. Ontbijten, alle spullen
weer in de koffers en op tijd beneden staan!
Onze chauffeur van vandaag was Bobi, in het Indonesisch
Putu, hij had een Suzuki busje bij zich, daar pasten wij met onze zooi prima
in!
Hij stond ons met een brede Indonesische glimlach op te
wachten en die glimlach is de hele dag niet van zijn gezicht verdwenen, die
mensen hier krijgen echt kramp in hun kaken van het lachen!
We gingen als eerste op pad naar Tanah lot, een tempel die
op een natuurlijke rots in de zee is gebouwd. Deze tempel kun je alleen met eb
bezoeken, want als het vloed is zou je erheen moeten zwemmen.
Het is een groot
complex met op de kant een heleboel kleinere tempeltjes en op één boog in de
zee (het heette in Balinees holle steen) een mooi uitkijkpunt naar Tanah lot,
wat weer op een losse hoge rots ligt.
Bij Tanah lot zelf waren er hoge golven die tegen de rotsen
aan sloegen, het water kwam snel dichterbij dus we waren precies op tijd. Je
mag de tempel zelf niet betreden, maar onder in een grot kon je je laten
zegenen en water drinken uit de zoetwaterbron onder de tempel. Wel heel
bijzonder, in een rots in de zee zit een zoetwaterbron!
Dat zegenen hield in dat er rijstkorrels op je voorhoofd
werden geplakt en een bloem achter je oor werd gestoken, daar waren onze meiden
natuurlijk wel voor te porren!
We hadden echt geluk, vertelde Bobi, want er vond precies
een ceremonie plaats die maar één keer in het halfjaar wordt gehouden. Er stond
een hele verzameling muziekmakers op zeebodem tussen de tempel en de kant en
toen zij begonnen te spelen stroomde de tempel bovenop de rots compleet leeg,
een hele stoet van wit geklede mannen en vrouwen kwam naar buiten, ongelooflijk
hoeveel mensen er in de tempel zaten! Ze droegen van alles op hun hoofd en
tussen hen in, echt leuk om te zien.
Na Tanah Lot reden we naar de rijstvelden bij Jatiluwih, de
grootste van Bali. Niet alle rijst van Bali wordt hier verbouwd, er wordt namelijk
heel veel geïmporteerd uit Thailand want men eet hier een halve kilo rijst per
persoon per dag en er zijn 5 miljoen Balinezen!
Die rijstvelden bestaan uit een soort plateaus waarop mensen
lekker tot hun enkels in het water staan te werken, plantjes erin, onderhouden,
oogsten, platbranden en weer opnieuw beginnen. Een prachtig gezicht, de natuur
hielp de boeren even een handje want er kwam een enorme tropische regenbui naar
beneden op het moment dat wij naar boven reden. De wegen veranderden meteen in één
grote modderstroom. Uit de auto maar een paar foto’s genomen, want we konden
echt niet naar buiten!
Onderweg was het erg gezellig, dat gebabbel van Bobi, we
hebben hem zelfs een paar woordjes Nederlands geleerd! En meteen van alles
gehoord over het leven op Bali. Echt een enorm verschil met Nederland. Geen
ziektekostenverzekering, geen uitkeringen, kinderen naar school kost veel geld
‘dus’ niet alle kinderen gaan naar school. Jeetje…..
De volgende stop was lunch; we stopten bij een restaurant
langs de weg waar een Indonesisch buffet voor ons klaarstond. Heerlijk gegeten
met een prachtig uitzicht op de rijstvelden!
Na de lunch gingen we door naar het Bratanmeer, ergens
midden op Bali. Aan dit meer ligt het tempelcomplex Uludanu. De tempel zelf
ligt als een soort schiereiland in het meer en de helft van de tijd schijnt hij
in de mist te liggen (het meer ligt op 1400 meter) dus we hadden nog geluk!
De Balinezen geloven dat je elke tempel alleen binnen mag
als je blije gedachten hebt, daarom staan er steeds boos kijkende stenen
bewakers voor, die herinneren je eraan dat je boze gedachten thuis moet laten.
Ook als je verdrietig bent mag je niet naar de tempel. Na een begrafenis van
een dierbare mag je bijvoorbeeld 40 dagen niet de tempel in!
Bij het betreden van een tempel dragen de Balinezen een
sarong, die beperkt je bewegingsvrijheid en herinnert de mens eraan dat hij
maar beperkt is. De stoffen riem die ze om hun buik dragen zorgt er ook voor
dat je eraan denkt om boze gedachten weg te houden. Men denkt hier dat boze
gedachten uit je buik komen, omdat mensen erg aggressief worden als ze honger
hebben.
In de tuinen van het complex waren een paar dieren, die voor
30.000 Rupiah mocht vasthouden (1,80 euro). Nico koos een enorme vliegende hond
uit, het beest ging zelfs nog plassen toen hij hem beethield!
Wij meiden lieten het maar aan ons voorbij gaan, hoewel
Linda nog even aarzelde bij een mooie groene leguaan.
Na Ulundanu gingen we op weg naar Celuk, een ambachtsstadje.
Hier zijn veel zilver- en goudsmeden. Wij hebben een zilversmid bezocht. Wat
een gepriegel zeg, die mevrouw maaktje ieniemienie balletjes van zilver en
minuscuul kleine figuurtjes van zilverdraad op een medaillon. Linda heeft nog
een paar oorbelletjes uitgekozen. Echt heel apart. Wij kwamen aanrijden, alle
lichten gingen aan en de hele familie kwam in actie om de vitrines en de
smederij te bemensen.
Er was niet zoveel tijd meer over dus zijn we nog even naar
de batikmakerij geweest ipv nog een tempel te bezoeken.
Daar werd verteld hoe een batikdoek gemaakt wordt en er was
ook een weverij. Natuurlijk was het ook hier de bedoeling om iets te kopen.
Geen probleem voor onze meiden, die allebei een doek uitkozen met Balinese
afbeeldingen voor op hun kamer.
Rond zes uur bracht Bobi ons naar het nieuwe hotel,
bungalows in Ubud.
Wat een bijzonder gezellige dag waarop we veel van Bali
hebben gezien en veel hebben geleerd over de cultuur. En bijvoorbeeld dat 30%
van de bebouwde grond is geweid aan tempels. Je hebt nl. 4 soorten tempels.
Iedereen gezin heeft zijn familietempel waar voorouders worden geëerd, dan heb
je een dorpstempel, districtstempels en ook beroepsgebonden tempels zoals
boerentempels waarin boeren bidden voor geluk bij hun oogst.
Die dertig procent lijkt ons zeker wel realistisch, echt overal
waar je kijkt zie je tempeltjes, we zullen er wel wat foto’s van maken later in
deze vakantie, voor vandaag even genoeg!
We stonden even voor een lastige verrassing, we hadden een
complete bungalow met 2 verdiepingen toegewezen gekregen, maar er waren maar
drie bedden, één matras op de grond. En de badkamer was buiten in de openlucht.
Bovendien overal kieren en gaten voor gekko’s en muggen. Mmmm, teveel Bali in
één keer voor ons, dus we hebben even geaarzeld en toch maar aan de receptie
vermeld dat we liever niet op de grond sliepen. Er werd direct heel lief
gelachen en we kregen binnen een minuut 2 tweepersoonskamers in de tuin met
gedeelde veranda toebedeeld, binnenbadkamer, kingsize bedden. Gelukkig, nu
kunnen we hier de komende vier nachten wel blijven (en dat voor totaal 167 euro
voor 4 nachten incl. ontbijt)….
Op aanraden van de receptionist hebben we een stukje
verderop in een restaurantje echt heerlijk zitten eten. Biefstuk, sissend op
een gietijzeren bord geserveerd en Kebab, compleet met gebarbecuede maïskolfjes
(én heerlijke patatjes, één keer rijst is wel weer genoeg op onze tweede dag!)
Zo bijzonder hier, nergens zijn muren (wel bij de keukens trouwens, die zijn
gewoon afgesloten) en alles is zo mooi verzorgd.
Morgen dagje in hier in de buurt, Ubud verkennen, lopend (of
met een taxi, haha!).taxi, haha!).
Eindelijk cultuur, daar ga je voor naar verre landen. Die foto's van de tempels aan zee zijn schitterend, echt gaaf.
BeantwoordenVerwijderen