Vanmorgen voor de zekerheid
alweer de wekker gezet, want om 9.30 zou onze jungletour beginnen en we moeten
dan natuurlijk wel ontbeten hebben!
Hier in het hotel hebben ze
een prima ontbijtbuffet met alles erop en eraan dus we hebben eerst maar eens
een heerlijk omeletje besteld. De cakejes zijn hier groen, wel érg lekker, en
ze hebben uiteraard ook weer verse watermeloen, zoals overal hier.
Om 9.30 stonden we klaar voor de grote tocht bij de verzamelplaats van het hotel. We werden in groepjes ingedeeld, wij kwamen bij 8 Fransen terecht, jippie….
Onze gids is een echte
oerwoudkenner, hij heeft zelfs een keer 16 dagen samengeleefd met de Orang
Asli, de inboorlingen die hier nog in het regenwoud leven. Deze stammen zijn
helemaal verwilderd en komen eigenlijk niet in de bewoonde wereld. De kinderen
gaan dus ook niet naar school, ze leven van het oerwoud. Omdat ze alleen jagen
voor hun eigen voedsel en niet voor verkoop van vlees of huiden is dit door de
Maleisische overheid toegestaan. Er zijn naar schatting ongeveer 2000 Orang
Asli in dit enorme oerwoud, wat trouwens ouder is dan de Amazone, 140 miljoen
jaar.
De Orang Asli gebruiken heel
veel bladeren uit het woud voor medische toepassingen, onze gids wist daar veel
van. Ook allerlei andere feitjes bijvoorbeeld dat bamboe gebruikt wordt voor
hutten en blaaspijpen (bamboe groeit een meter per week) en dat rotan juist
helemaal vol zit met water wat je goed kunt drinken zodat je kunt overleven in
de jungle zonder drinkwater. De boom waar het gif voor de blaaspijpen vandaan
komt hebben we ook gezien. Het gif werkt pas als het sap van de boom wordt
gekookt en werkt alleen in het bloed, niet in je darmen. Daarom kan het vlees
wat met de blaaspijp is gevangen wel worden opgegeten.
(een liaan waar je kunt slingeren kan wel 500 jaar oud zijn!)
(een liaan waar je kunt slingeren kan wel 500 jaar oud zijn!)
Als er een stamlid van de
Orang Asli overlijdt, bouwen ze een hutje zo hoog mogelijk in een boom en daar
wordt het lichaam neerlegd, omdat ze geloven dat het lichaam en de geest zo
hoog mogelijk moeten zijn. Na dit ritueel verhuist de stam direct en komen ze
pas op zijn vroegst 2 jaar later weer terug op deze plek.
De wandeling ging
grotendeels over steigers, dat loopt wel erg prettig, want we hebben ook
stukken door het woud gelopen en dan is het echt kruip-door-sluip-door over
boomwortels en onder takken door.
We zagen van alles, een enorme duizendpoot, aapjes in de bomen en nog andere ons onbekende insecten, brrrr.
We zagen van alles, een enorme duizendpoot, aapjes in de bomen en nog andere ons onbekende insecten, brrrr.
Echt stoer hoor, zo’n
wandeling, vooral de geluiden in het oerwoud waren indrukwekkend. Soms leek het
wel of je een schuurmachine hoorde, zó hard. Volgens onze gids zijn dat sprinkhanen.
Die noemen ze hier ‘happy-happy’ want ze zitten eerst een jaar onder de grond
en als ze buiten komen zijn ze dus heel blij en maken ze dit enorme geluid.
Helaas voor hun leven ze maar 1 of 2 weken boven de grond….
Na een paar kilometer kwamen
we aan bij de Canopywalk, een hangbrug bovenin de bomen, zo’n 50 meter boven de
grond en 570 meter lang.
Echt stoer hoor, zo hoog in de jungle lopen!
Echt stoer hoor, zo hoog in de jungle lopen!
De brug was net pas klaar,
tot voor kort kon je nog niet de hele wandeling maken, dus we hebben geluk!
Na de canopywalk liepen we
door naar het uitkijkpunt op 344 meter hoogte. Dat was een enorme klimpartij op
een onverhard pad, nog nooit zoveel zweetdruppels per minuut kwijtgeraakt want
oh wat is het hier vochtig!
En wat zijn de mieren hier
trouwens groot! Zo groot als de nagel van je grote teen, en dat was een
mediumsize volgens de gids, ieks….
Na ruim 3,5 uur lopen waren
we weer terug bij ons huisje. Anderhalf uur rust voor de volgende activiteit:
zwemmen in de jungle!
Na een lunch op het terras
van het hotel (Nasi Goreng voor Nico, wij maar gewoon aan de pizza)
gingen we met smalle motorboten door de jungle.
Supergaaf, we scheurden echt over de rivier. Over stroomversnellingen, vlak langs rotsen, boomstammen, die stuurmannen kunnen er wel wat van hier! Het water staat op dit moment erg laag, dus ze kunnen maar vier mensen per boot meenemen, soms hoor je de boot echt over de bodem schuren.
gingen we met smalle motorboten door de jungle.
Supergaaf, we scheurden echt over de rivier. Over stroomversnellingen, vlak langs rotsen, boomstammen, die stuurmannen kunnen er wel wat van hier! Het water staat op dit moment erg laag, dus ze kunnen maar vier mensen per boot meenemen, soms hoor je de boot echt over de bodem schuren.
Er zaten op een klein strand
langs de kant aapjes te spelen, overal hoorde je trouwens apen en vogels, zó
leuk!
Na drie kwartier varen
stopten we op een plek waar we vissen mochten voeren. Ze sprongen zowat uit het
water om het voer te pakken!
Op een kiezelstrandje stopte
de boot, daar moesten we nog 20 minuten wandelen door de jungle tot de
‘cascades’, wat dat dan ook mocht zijn.
We kwamen terecht bij een
serie kleine watervalletjes tussen rotsen door waar je prachtig kon dobberen, tenminste, als je eenmaal veilig het water had bereikt, want het was nog best even klauteren, zeker vlakbij het water waar de rotsen nat en glad waren. Lange leve de Teva's! Intussen hadden we aansluiting gevonden bij een Duits echtpaar wat een gids
gehuurd had. Deze gids vertelde ook weer veel en wees ons de beste plek aan om
in het water te gaan.
Het water was heerlijk koel, de gids verzekerde ons dat er géén enge beesten in het water woonden (hooguit een paar piranha’s en zo….). Voor het eerst in een paar dagen hebben het koel buiten!
We lagen heerlijk te dobberen en te kletsen totdat het weer tijd werd om terug te gaan. De Duitsers spraken niet zo goed engels (terwijl hij psychiater is!) en wij vroegen hun gids ook van alles en nog wat en vertaalden dat ook weer een beetje voor hun. Was erg gezellig. De gids vertelde dat er hier in de jungle eigenlijk nooit ongelukken gebeuren met tijgers, maar wel met olifanten, die vinden de mensen hier een stuk gevaarlijker. Tijgers gaan mensen uit de weg, maar olifanten niet. Zelfs op het terrein van het hotel is wel eens een olifant gesignaleerd, twee jaar geleden, dat was een gevaarlijke situatie omdat iedereen natuurlijk foto’s wilde maken terwijl je eigenlijk dekking moet zoeken.
Het water was heerlijk koel, de gids verzekerde ons dat er géén enge beesten in het water woonden (hooguit een paar piranha’s en zo….). Voor het eerst in een paar dagen hebben het koel buiten!
We lagen heerlijk te dobberen en te kletsen totdat het weer tijd werd om terug te gaan. De Duitsers spraken niet zo goed engels (terwijl hij psychiater is!) en wij vroegen hun gids ook van alles en nog wat en vertaalden dat ook weer een beetje voor hun. Was erg gezellig. De gids vertelde dat er hier in de jungle eigenlijk nooit ongelukken gebeuren met tijgers, maar wel met olifanten, die vinden de mensen hier een stuk gevaarlijker. Tijgers gaan mensen uit de weg, maar olifanten niet. Zelfs op het terrein van het hotel is wel eens een olifant gesignaleerd, twee jaar geleden, dat was een gevaarlijke situatie omdat iedereen natuurlijk foto’s wilde maken terwijl je eigenlijk dekking moet zoeken.
Ook vertelde hij wat je wel
en niet kon eten uit de jungle. Precies een grote noot die Linda had gekregen
van een andere gids op de heenweg is volgens hem juist giftig, tenminste, het
puntje van de noot. Door hem te verwarmen hef je dat effect op. Dat klopte op
zich wel, want die andere gids was die noot aan het roosteren, maar was wel
even handig geweest dat hij erbij verteld had dat ze rauw niet eetbaar zijn,
want we hadden er inmiddels een handvol van verzameld, jakkie!
Na een uurtje dobberen
wandelden we weer terug naar de boten. Nog even lekker terugscheuren over de
rivier en we waren weer in ons huisje.
Even lekker douchen om het
rivierwater af te spoelen en het was alweer tijd voor het diner. We zijn weer
in het hotel gebleven, was wel even gemakkelijk. Na het eten wilden Nico en
Linda de jungle in voor een nightwalk. Manon en ik vonden dat in eerste
instantie niet zo aantrekkelijk maar we zijn toch meegegaan. Jemig, wat is het
donker in het oerwoud als het nacht is! Echt aardedonker, je ziet hélemaal niks
zonder zaklamp. We hebben een zaklamp bij ons en allemaal een zaklamp-app dus
dat was op zich goed geregeld. Maar ja, dan loop je daar en hoor je allemaal
geritsel en gekwetter, echt heel anders dan overdag.
Al gauw vonden we een enorme kever en nog wat meer insecten.
Op gegeven moment kwamen we een groep tegen die met een gids op stap was en een schorpioenennest had gevonden, maar de schorpioen kwam niet tevoorschijn.
Al gauw vonden we een enorme kever en nog wat meer insecten.
Op gegeven moment kwamen we een groep tegen die met een gids op stap was en een schorpioenennest had gevonden, maar de schorpioen kwam niet tevoorschijn.
Een stukje verder ontdekte
Linda opeens een enorme spin op een boom direct naast het pad. Wij pakken dus
niet zomaar meer een boom vast!!!
We vonden nog een kameleon
op een boom, echt heel schattig en een enorme mott (je zie het niet op de foto maar het beest is 15 cm groot, dus we hadden genoeg
‘wisselgeld’ om bij dit groepje te blijven hangen.
Waren ook erg gezellige mensen dus meteen ook even wat ervaringen uitgewisseld.
Waren ook erg gezellige mensen dus meteen ook even wat ervaringen uitgewisseld.
Om half 11 waren we weer
terug in ons huisje, was toch nog een behoorlijke tocht geworden!
Was echt een superdag in de
jungle!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten