vrijdag 8 augustus 2014

Cameron Highlands


Vanmorgen om 5 uur werd ik wakker van gezang vanuit een moskee die ergens in de buurt ligt. Tjonge, moet dat zo vroeg? Gelukkig heeft de rest van de familie heerlijk door kunnen slapen.
Het ontbijt is hier ook in buffetvorm, maar er verblijven hier veel meer Aziaten (dit is een beroemd dorpje) dus er zijn héél vreemde dingen bij het buffet, maar gelukkig ook geroosterd brood, eitjes, vers fruit enz.. Er lopen aardig wat boerka’s rond hier, dat hebben we nog nergens anders gezien. Wat een getob, ontbijten in boerka! Steeds dat flapje omhoog, eten er onderdoor....

Na het ontbijt besloten we eerst maar eens een thee-plantage te bezoeken, want volgens de manager van ons hotel moet je daar in de ochtend heen gaan om het proces helemaal te kunnen zien. We reden een paar kilometer naar het noorden en zagen de afslag naar de BOH (Best Of Highlands) plantage. Hopla weggetje ingereden. WeggeTJE ja, het was één bochtenpartij, net breed genoeg voor één auto dus we hoopten maar op weinig tegenliggers. Ongelooflijk, een toeristische attractie die zó slecht bereikbaar is, niet de eerste keer hier in Maleisie!





Het uitzicht onderweg was prachtig, allemaal theevelden. De theeblaadjes groeien aan lage struikjes die heel plat zijn aan de bovenkant, ongeveer 50-80 cm hoog. Elke drie weken worden de jonge groene blaadjes eraf geplukt. Soms met de hand en bij geavanceerdere bedrijven met machines. Een handplukker plukt ongeveer 25 kg per dag.



Als de theeblaadjes geplukt zijn, worden ze eerst gemalen om de aroma’s vrij te maken. Daarna wordt er gefermenteerd. Hiervan krijgen de bladeren de karakteristieke bruine kleur (let op: groene thee is dus niet gefermenteerd!). Na de fermentatie (die maar anderhalf tot 2 uur duurt) worden de bladeren gedroogd door er 100 graden lucht doorheen te blazen. Als laatste worden ze gesorteerd op grootte en verpakt.

In het fabriekje wat we mochten bekijken gebeurt nog heel veel met de hand. Er staan machines voor het malen, drogen en fermenteren maar het laden en ontladen gebeurt handmatig, veel schepwerk dus!
En alles wat naast een machine op de grond belandt wordt er ook weer vrolijk in geschept!







Na het bezichtigen van de fabriek hebben we uiteraard even thee gedronken in het bijbehorende restaurantje met uitzicht op de theevelden.




De kaart die we hebben gekregen van dit gebied is niet al te duidelijk en al gauw reden we wel op een héél smal weggetje, gauw omkeren en de volgende afslag proberen.
Jemig, dit was nog smaller en steiler dan het weggetje naar de theefabriek, maar we kwamen uiteindelijk wel boven op de berg (2000 m) bij Mossy Forest aan. 



Dit is een bosgebied van 200.000 jaar oud waar allemaal bomen groeien die met mos zijn bedekt. Dat geeft een heel spookachtig effect. Er lopen steile trappen met steigers doorheen, maar je kunt ook stukjes over de bemoste bomen heen lopen, beetje griezelig want de bodem is daar heel zacht en glad.











Het is echt een bijzonder stukje natuur; zodra je in die bomen terechtkwam voelde je het kouder en vochtiger worden, terwijl het beneden in het dal echt superwarm was.
De steigers waren ook glad dus het was nog oppassen.





We hebben een uurtje gelopen door die spookbos en bij gebrek aan iemand die een familiefoto kon maken hebben we eerst selfies geprobeerd (faal!) en daarna de zelfontspanner (faal2).




Weer in het dorp zagen we een bord met Bee Farm, dus weer gestopt en uitgestapt om bijen te bewonderen. Farm is wel een beetje een groot woord hoor, jemig, een heleboel zelfgetimmerde houten kastjes in een tuin met mooie bloemen en een enorme winkel vol met kitscherige souveniers.






Naast de Bee Farm zit de vlindertuin, misschien is dat beter? Het is wederom een soort enorm krot van een kas maar, toegegeven, er zitten echt práchtige vlinders. Veel, groot en mooi. Ze zaten rustig op bloemen en lieten zich netjes fotograferen, goed opgevoed! Nico filmt, dus die was juist ook zoek naar vliegende exemplaren, maar die waren ook te vinden, dus iedereen tevreden. Naast de vele vlinders zijn er in deze tuin ook dieren te bewonderen; enge slangen, vieze grote torren, schildpadden (die hadden zelfs vlinders op hun rug zitten) en schorpioenen. Brrr, zolang het allemaal achter glas zit is het prima.






Tijd voor de lunch! Hier in dit dorp, Brinchang, is het een ongelooflijke chaos, echt een Aziatisch vakantie-oord, zoveel mogelijk doorelkaar, geen enkele structuur. We werden maar even gered door de KFC, lekker patatjes en kipburgers zitten eten.
Nou ja, echt standaard KFC is het niet hoor, hier in Azie extra spicy, daar zijn wij Europeanen niet voor gemaakt!

We hadden wel een tropische regenbui gemist tijdens de lunch, dus dat kwam prima uit. We wilden nog een andere theeplantage bezichtigen. Het uitzicht op die velden met theeplanten is echt prachtig, dus we reden naar de Cameron Highlands Tea Plantation een paar km naar het zuiden.





Eerst even een kopje thee op het terras. Manon had chocoladethee (ja dat bestaat hier), Linda perzik (mierzoet), Nico lemon grass (redelijk normaal) en ik de huisthee (gewone thee, maar bijzonder lekker natuurlijk omdat hij hier vandaan komt, haha). De plantage bleek nog een paar honderd meter verderop te zijn dus we reden nog een stukje door.
Toen we uitstapten hoorde Manon ssssssss en keek ze even goed naar de voorband. Ja hoor, lekke band!
Wel een uitstekende timing trouwens, want we stonden keurig op een parkeerplaats en hadden de ruimte om de band te verwisselen, maar hoe?
Boekje gezocht, krik gevonden, band gevonden. Er kwamen wat aardige Maleisiers helpen om te band tevoorschijn te toveren en na een half uurtje was alles weer geregeld. Pffft, wat een mazzel dat we dit niet langs de bochtige bergweggetjes hoefden te doen!!!






Nog even de plantage bekeken, maar hier mocht je niet de fabriek in. Wel even gezien hoe de zakken met thee geladen en weer gelost werden, we hadden veel bekijks van de werknemers van de fabriek, hier komen niet veel toeristen!













Als laatste agendapunt van vandaag de Robinson waterval. Deze ligt 15 minuten wandelen vanaf een groezelige parkeerplaats.
We liepen het binnen 10 minuten, snelheidsduivels als wij zijn.






Er kwam een enorme hoeveelheid water naar beneden, geen idee waar al dat water hier in vredesnaam vandaan kan komen. Ergens hebben we gelezen dat het hier 260 cm per jaar regent, maar verzamelt dat water dan?



Het water was erg modderig dus het was niet zo’n heel mooi plaatje, maar ach, toch weer even meegepakt!

We hebben gedineerd naar ons hotel, daar was een steamboat-restaurant. Dat is geen boot, maar ze serveren stoomboot. In Nederland noemen we dat chinees fondue.




Morgen rijden we naar Penang, een eiland voor de kust (verbonden met een brug). Onderweg bezoeken we hopelijk een oerang oetang opvang, tip van Nederlanders die we hier steeds tegen het lijf lopen.
Op Penang blijven we 2 nachten in een beach resort!




Geen opmerkingen:

Een reactie posten